reisbagage

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  reisbagage    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• reis·ba·ga·ge

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  reis zn  en  bagage zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	reisbagage
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reisbagage v

1. dingen die je meeneemt op een reis

   ▸ Ondanks zijn compacte afmetingen voelt de Volkswagen e-Up heel volwassen aan. De portieren ploffen met een solide geluid dicht en het veercomfort is niet onverdienstelijk. Met drie personen en hun reisbagage aan boord voel je op slecht wegdek wel dat het maximaal toelaatbare gewicht binnen handbereik ligt. Zeker onder deze omstandigheden voelt de Volkswagen e-Up in bochten nogal zwaar aan. Niet zo gek, als je bedenkt dat hij zo’n 300 kilogram zwaarder is dan de benzinevariant.

   ▸ Een tegenvaller is het ontbreken van een radiografische contactsleutel: de sleutel in een contactslot steken kan echt niet in een auto van deze prijs. De bagageruimte is met 281 liter niet heel groot, maar de wekelijkse boodschappen of compacte reisbagage passen er in. Het kofferdeksel is onverwacht zwaar en biedt een beperkte laadopening.

Gangbaarheid

• Het woord reisbagage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.