reis terug
- Geluid: reis terug (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛis t(ə)ˈrʏx / (3 lettergrepen)
- reis te·rug
vervoeging van |
---|
terugreizen |
reis (…) terug
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugreizen
- Ik reis terug.
- gebiedende wijs van terugreizen
- Reis terug!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugreizen
- Reis je terug?
- Het woord reis terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.