reikhalzen
- Geluid: reikhalzen (hulp, bestand)
- reik·hal·zen
- In de betekenis van ‘vurig verlangen’ voor het eerst aangetroffen in 1701 [1]
- samenstelling van reik ww en halzen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reikhalzen |
reikhalsde |
gereikhalsd |
zwak -d | volledig |
reikhalzen
- inergatief de hals uitrekken om goed te zien
- Er liep een groepje jongemannen te reikhalzen om beter zicht te krijgen.
- inergatief (figuurlijk) vurig begeren of verlangen
- Het volk reikhalst naar verandering.
- Door bij leven niet of niet écht te bestaan, kun je adequaat reikhalzen naar de dood. [3]
- Het woord reikhalzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reikhalzen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "reikhalzen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ reikhalzen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Joost Zwagerman, Het vijfde seizoen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be