Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reik·hals·de

Werkwoord

vervoeging van
reikhalzen

reikhalsde

  1. enkelvoud verleden tijd van reikhalzen
    • Ik reikhalsde. 
    • Jij reikhalsde. 
    • Hij, zij, het reikhalsde.