Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • re·gent·par·kiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regentparkiet regentparkieten
verkleinwoord regentparkietje regentparkietjes

Zelfstandig naamwoord

de regentparkietm

  1. (papegaaiachtigen) Polytelis anthopeplus   een vogel uit de familie van de Psittaculidae   (papegaaien van de Oude Wereld). Ze komen in het wild voor in Australië, voornamelijk in het zuidwestelijke deel van West-Australië en in de omgeving van Adelaide
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie