regenkans
- re·gen·kans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenkans | regenkansen |
verkleinwoord | - | - |
- (meteorologie) waarschijnlijkheid dat er in een bepaald gebied en een bepaalde periode een bui zal vallen
- Het woord regenkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Over landbouw en klimaat, en over regen en wind” (17 september 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Langdurig regen” (20 oktober 2001) op nrc.nl