regelde af
- Geluid: regelde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈreɣəldə ˈɑf / (4 lettergrepen)
- re·gel·de af
vervoeging van |
---|
afregelen |
regelde (…) af
- enkelvoud verleden tijd van afregelen
- Ik regelde af.
- Jij regelde af.
- Hij, zij, het regelde af.
- Ik regelde af.
- Het woord regelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.