Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cur·sie
enkelvoud meervoud
naamwoord recursie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

recursie

  1. (wiskunde) (informatica) het optreden van een constructie als onderdeel van zichzelf
    • de als recursief gedefinieerde subroutine kon zichzelf 100 keer aanroepen voordat stack-overflow optrad 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be