Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cord·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recordverlies recordverliezen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het recordverlieso

  1. (financieel) verlies van een omvang die zich nog nooit eerder heeft voorgedaan
    • 2022: Tesla verloor 600 miljard dollar beurswaarde maar het recordverlies op de beurs: Meta verloor in één dag 232 miljard dollar. 

Gangbaarheid