• re·ci·di·ve·ge·vaar
enkelvoud meervoud
naamwoord recidivegevaar recidivegevaren
verkleinwoord

het recidivegevaaro

  1. (juridisch) de kans dat een crimineel opnieuw een misdaad pleegt
     Drost noemt de neuroloog een onverbeterlijke leugenaar en wil dat het OM alle mogelijkheden bekijkt om hem vast te zetten. Hij vindt het onjuist dat justitie en het ministerie van Volksgezondheid zich alleen zorgen maakt over het recidivegevaar in Nederland.[1]
     Laatste middel Ook moet de crimineel verdacht worden van een ernstig misdrijf, moet er sprake zijn van recidivegevaar en moet het worden beschouwd als een laaste middel. Het is dus de bedoeling dat een crimineel pas op de site komt als andere opsporingsmethoden geen succes hebben gehad.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Jansen Steur moet opgepakt'” (Vrijdag 4 januari 2013, 17:56), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nederland krijgt Most Wanted-lijst” (Dinsdag 5 januari 2010, 22:39), NOS