• rechts·sta·te·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rechtsstatelijk rechtsstatelijker rechtsstatelijkst
verbogen rechtsstatelijke rechtsstatelijkere rechtsstatelijkste
partitief rechtsstatelijks rechtsstatelijkers -

rechtsstatelijk

  1. zoals past bij een land waar iedereen de wet naleeft
     Er wordt wel gezegd dat de rechtsstatelijke waarborging van sociale rechten de onafhankelijkheid verzekert van degene die er aanspraak op maakt.[1]
     Zo is omstreden welk politiek stelsel geldt in het land. Het gaat hier om een fundamenteel democratisch en rechtsstatelijk vraagstuk dat een voortdurend en intensief debat verdient.[2]
  1.   Weblink bron “Boren in hard hout.” (1998), Prometheus, Amsterdam, ISBN 9053336737, p. 21
  2.   Weblink bron
    Hugo Fernandes Mendes
    Welk politiek stelsel heeft Suriname? in: OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis., jrg. 18 nr. 1 (mei 1999), Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, Nijmegen, p. 44