• re·ce·lo
enkelvoud meervoud
recelo recelos

recelo m

  1. wantrouwen, achterdocht, argwaan
  2. vrees, angst
vervoeging van
recelar

recelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recelar
vervoeging van
recelarse

recelo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van recelarse