reap
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to reap |
he/she/it | reaps |
verleden tijd | reaped |
voltooid deelwoord |
reaped |
onvoltooid deelwoord |
reaping |
gebiedende wijs | reap |
reap
- onovergankelijk overgankelijk, (landbouw) maaien
- onovergankelijk overgankelijk, (landbouw) oogsten
- onovergankelijk overgankelijk, (figuurlijk) verkrijgen, verwerven, opstrijken
- [2,3] harvest