opstrijken
- Geluid: opstrijken (hulp, bestand)
- op·strij·ken
- samenstelling van op en strijken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opstrijken |
streek op |
opgestreken |
klasse 1 | volledig |
opstrijken [1]
- overgankelijk met een strijkijzer in de vereiste toestand brengen
- overgankelijk ontvangen, toucheren
- Het woord opstrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstrijken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be