• re-uni·fi·ca·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord re-unificatie re-unificaties
verkleinwoord - -

de re-unificatiev

  1. (politiek) herstel van een staat uit delen waarin het gesplitst was
     Frankrijk, dat aan de splitsing van Duitsland na de oorlog mede schuldig geweest is, wordt er nog altijd van verdacht voor een re-unificatie van Oost- en met West-Duitsland niet bijzonder warm te lopen.[1]
  1.   Weblink bron Distelig protocol onder rozen begraven : Adenauer gaat zondag De Gaulle opzoeken : Achter dorpse idylle politieke krachtmeting in: De Volkskrant  , jrg. 36 nr. 10286 (12 september 1958), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 9 kol. 3