unificatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: unificatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uni·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van unificeren (met het voorvoegsel uni-) met het achtervoegsel -atie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | unificatie | unificaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de unificatie v
- het maken tot een eenheid
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord unificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.