re-integratiesteun
- Geluid: re-integratiesteun (hulp, bestand)
- IPA: / ˌreɪntəˈɣra(t)siˌstøn / (6 lettergrepen)
- re-in·te·gra·tie·steun
- samenstelling van re-integratie zn en steun zn , gespeld met een koppelteken volgens spellingregel 7.B
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | re-integratiesteun | - |
verkleinwoord | - | - |
de re-integratiesteun m
- begeleiding naar een baan van iemand die lang geen werk heeft gehad
- ▸ Het bleek ook dat vrouwen minder druk vanuit hun eigen omgeving voelen om te solliciteren én dat ze minder re-integratiesteun vanuit de gemeente zouden krijgen.[1]
- ▸ Later krijgt elke ex-soldaat re-integratiesteun van 1320 euro, inclusief beroepstraining om een nieuw beroep aan te leren, of steun om een klein bedrijfje of een boerderij op te zetten.[2]
- geld en begeleiding om iemand die na langere tijd terugkeert een goed bestaan in het land van herkomst te bezorgen
- ▸ Het vrijwilligeterugkeerprogramma omvat een re-integratiesteun in het land van herkomst. Dankzij die re-integratie worden problemen die migranten bij hun terugkeer zouden kunnen ondervinden, opgevangen en kunnen maatschappelijk werkers concrete oplossingen aanreiken: de steun kan gebruikt worden voor het opstarten van een micro-onderneming, renovatie of huur van een woning, hulp bij het zoeken naar werk, om medische kosten betalen…[3]
- ▸ Zoals reeds opgemerkt kwamen gedwongen terugkeerders vanuit Nederland tussen augustus 2018 en mei 2020 in aanmerking voor re-integratiesteun via het ERRIN-programma.[4]
- Het woord 're-integratiesteun' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Map Oberndorff“‘Dochters dénken dat ze niet willen werken’” (24 oktober 2018) op sprankmagazine.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Johan Denis“Soedan demobiliseert 180.000 soldaten” (22 oktober 2008) op mo.be
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Re-integratie” (24 januari 2022) op fedasil.be
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Afdeling Ambtsberichten“Algemeen Ambtsbericht Nigeria” (maart 2021), Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, p. 112