ravel
- Geluid: ravel (VK) (hulp, bestand)
- IPA:
- Bekend sinds ca. 1580; van Nederlands ravelen (zie ook rafel zn )[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to ravel |
he/she/it | ravels |
verleden tijd | ravelled raveled |
voltooid deelwoord |
ravelled raveled |
onvoltooid deelwoord |
ravelling raveling |
gebiedende wijs | ravel |
ravel
- onovergankelijk in de knoop raken
- onovergankelijk in de war raken
- overgankelijk in de knoop brengen/doen raken
- overgankelijk in de war brengen/doen raken
- overgankelijk compliceren, gecompliceerd maken
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ravel | ravels |
ravel