raspsel
- rasp·sel
- Naamwoord van handeling van raspen met het achtervoegsel -sel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raspsel | raspsels |
verkleinwoord | - | - |
het raspsel o
- het spul dat ontstaat bij het raspen equivalent aan het zaagsel bij het zagen; dit kan eetbaar zijn zoals citroenrasp, soms gebruikt voor kleurstof (zie rasphuis)
- Het woord raspsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raspsel" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be