Nederlands

 
rangeerspoor
Uitspraak
Woordafbreking
  • ran·geer·spoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rangeerspoor rangeersporen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rangeerspooro [1]

  1. sporen waarmee men de samenstelling van een trein kan aanpassen; spoor dat dient om te rangeren
     Hier bevindt zich een rangeerspoor, ongeveer 1,5 kilometer lang.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen