randvoorwaardelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rand·voor·waar·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen randvoorwaardelijk randvoorwaardelijker randvoorwaardelijkst
verbogen randvoorwaardelijke randvoorwaardelijkere randvoorwaardelijkste
partitief randvoorwaardelijks randvoorwaardelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

randvoorwaardelijk

  1. van iets dat het niet de kern van de zaak betreft maar desalniettemin wel noodzakelijk is
     Wat ik wil zeggen: de rest is randvoorwaardelijk.[1]
     "Het is onvermijdelijk dat er arbeidsplaatsen komen te vervallen maar deze stappen zijn randvoorwaardelijk om TMG te verzekeren van een toekomstbestendige positie in de Nederlandse markt die nog steeds volop in beweging is", aldus Van der Snoek.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  2.   Weblink bron “75 banen weg bij Telegraaf Media Groep” (29-07-2016,), NOS