1. De raglanmouwen van deze jas lopen door tot de hals.
  • rag·lan·mouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raglanmouw raglanmouwen
verkleinwoord - -

de raglanmouwv / m

  1. mouw ingezet zó dat er een schuine naad loopt vanaf de okselholte tot de halskraag
     De meeste regenjassen stammen uit Engeland, het land waar het in onze gedachten altijd regent. Niet alleen de rubberen Macintosh, maar later ook de vinyl en pvc-modellen, die behalve lakrood of zwart ook best wel eens spannend doorzichtig mochten zijn. Maar ook de Burberry's en de Wellingtons, de oilskin Barbour Coat, het dun geweven gabardine en de raglanmouw voor optimale bewegingsvrijheid.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dana Linssen
    “Kom maar op met die regen!” (27 november 2004) op nrc.nl