• ra·dio·ver·bin·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord radioverbinding radioverbindingen
verkleinwoord radioverbindinkje radioverbindinkjes

de radioverbindingv [1]

  1. communicatiekanaal dat werkt met elektromagnetische golven
     Ze communiceerden met blikken alsof er een radioverbinding tussen hun hoofden bestond.[2]
     In totaal zijn er zo'n zeventig aanklachten ingediend tegen Ongwen. De aanklager beschikt over verschillende soorten bewijsmateriaal, waaronder slachtoffer- en getuigenverklaringen en gesprekken die rebellen voerden via een radioverbinding.[3]
     Om 01.07 uur was op livebeelden te zien hoe de Resilience in het water terechtkwam voor de splashdown. De bemanning werd daarop via een radioverbinding welkom terug geheten op aarde. "Het was me het ritje wel", reageerde miljardair Jared Isaacman, die de ruimtevlucht had betaald.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672
  3.   Weblink bron
    Fiorella Opromolla
    “Dominic Ongwen: van kindsoldaat tot rebellenleider, vandaag doet Strafhof uitspraak” (donderdag 4 februari 2021, 06:40), NOS
  4.   Weblink bron “Toeristenvlucht SpaceX terug op aarde” (zondag 19 september 2021, 01:12), NOS