raamloos
- raam·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | raamloos | raamlozer | raamloost |
verbogen | raamloze | raamlozere | raamlooste |
partitief | raamloos | raamlozers | - |
raamloos
- zonder ramen
- Een raamloos vliegtuig voor passagiers heeft veel voordelen boven het huidige type met kleine raampjes.
- Het woord raamloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "raamloos" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be