Quads [1]
Quad [2]
  • quad
enkelvoud meervoud
naamwoord quad quads
verkleinwoord quadje quadjes

de quadm

  1. (verkeer) een motorfiets of brommer op vier wielen
    • Ik wist niet dat je een quad had. 
  2. (elektronica) een richtingsgevoelige antenne bestaande uit twee evenwijdige vierkante lussen
vervoeging van
quadden

quad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadden
    • Ik quad. 
  2. gebiedende wijs van quadden
    • Quad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadden
    • Quad je? 
88 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be