• qat·kau·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
qatkauwen


onvolledig

qatkauwen

  1. inergatief tussen de tanden fijnmalen van blaadjes van Catha edulis   vanwege het opwekkend effect daarvan
     Vooral voor Somaliërs is qatkauwen een sociale bezigheid, zoals Nederlanders samen een kop koffie of een biertje drinken.[1]
  1.   Weblink bron
    Annemarie Kas
    “Qatverbod maakt straffen mogelijk, maar biedt Somaliër geen oplossing” (10 januari 2012) op nrc.nl