puzzelstuk
- Geluid: puzzelstuk (hulp, bestand)
- puz·zel·stuk
- samenstelling van puzzel en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puzzelstuk | puzzelstukken |
verkleinwoord | puzzelstukje | puzzelstukjes |
het puzzelstuk o
- een deel van een legpuzzel
- Wij legde een puzzel van 1000 puzzelstukjes.
- (figuurlijk) het materiaal waarmee door passen en meten een groter geheel gemaakt moet worden
- Toch wordt er nóg een fusie op het personeel losgelaten. Eentje die een bedrijf creëert met drie bloedgroepen: Ziggo, UPC en Vodafone. Van die puzzelstukken moet de nieuwe topman, Jeroen Hoencamp van de Britse Vodafone-tak, een telecombedrijf bouwen dat het kan opnemen tegen marktleider KPN.[1]
- (figuurlijk) aanwijzingen waarmee samen een oplossing voor een groter probleem moet worden gevonden
- De rechercheur probeerde alle aanwijzingen als puzzelstukjes aan elkaar te knopen om de moord op te lossen.
- Zijn grootste succes kende de LHC in 2012, toen fysici in de versneller het langgezochte higgsdeeltje ontdekten. Dat deeltje wordt breed beschouwd als het laatste ontbrekende puzzelstukje van het zogeheten standaardmodel, de natuurkundetheorie die alle deeltjes en hun gedrag in een enkele wiskundige formule giet. [2]
- ▸ De volgende ochtend inspecteerde mijn vriend mijn nek. Hij zag een prikgaatje en alle puzzelstukjes vielen op z'n plek.[3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord puzzelstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Marc Hijink 30 augustus 2016
- ↑ Volkskrant George van Hal 21 januari 2019 Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer
- ↑ Weblink bron Jeroen Gortworst“Meer aangiftes van drogeren met een naald, landelijk beeld ontbreekt” (15 mei 2022), NOS