• pur sang
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘van zuiver ras’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1]
  • Uit het Frans, van pur ("puur/zuiver") en sang ("bloed"), met betrekking tot raspaarden.
stellend
onverbogen pur sang
verbogen (alleen
predicaat)

pur sang

  1. het beste voorbeeld in zijn soort.
    • Dat is een verkoper pur sang. 
  2. raszuiver, volbloed.