pukkelig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- puk·ke·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pukkelig | pukkeliger | pukkeligst |
verbogen | pukkelige | pukkeligere | pukkeligste |
partitief | pukkeligs | pukkeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pukkelig [1]
- met pukkels
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pukkelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pukkelig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be