Nederlands

 
puinbed bij aanleg trottoir
Uitspraak
Woordafbreking
  • puin·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puinbed puinbedden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het puinbedo

  1. laag gebroken steken die men gebruikt als onderlaag voor een verharde weg

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen