protsig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prot·sig
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Hoogduits
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | protsig | protsiger | protsigst |
verbogen | protsige | protsigere | protsigste |
partitief | protsigs | protsigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
protsig [1]
- opzichtig en opschepperig
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord protsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "protsig" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be