propagandistisch
- pro·pa·gan·dis·tisch
- afgeleid van propagandist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | propagandistisch | propagandistischer | |
verbogen | propagandistische | propagandistischere | |
partitief | propagandistisch | propagandistischers | - |
propagandistisch [1]
- bestemd of geschikt om propaganda te maken
- Het woord propagandistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.