Nederlands

 
prokaryoot
Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ka·ry·oot
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord prokaryoot prokaryoten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de prokaryootm

  1. (biologie) ééncellig organisme zonder kernmembraan
Hyponiemen
Antoniemen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be