programmaleiding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·gram·ma·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van programma en leiding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | programmaleiding | programmaleidingen |
verkleinwoord | programmaleidinkje | programmaleidinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de programmaleiding v
- (media) het leiden van een uitzending van een radio- of tv-programma
- alle personen die belast zijn met bovenstaande taak
Gangbaarheid
- Het woord programmaleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.