Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·gram·ma·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord programmaleiding programmaleidingen
verkleinwoord programmaleidinkje programmaleidinkjes

Zelfstandig naamwoord

de programmaleidingv

  1. (media) het leiden van een uitzending van een radio- of tv-programma
  2. alle personen die belast zijn met bovenstaande taak

Gangbaarheid