produce
- Geluid: produce (hulp, bestand)
- IPA: / proˈdjus / (2 lettergrepen); (aanvoegende wijs: / proˈdjusə / (3 lettergrepen))
pro·duce (aanvoegende wijs: pro·du·ce)
vervoeging van |
---|
producen |
produce
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van producen
- Ik produce.
- gebiedende wijs van producen
- Produce!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van producen
- Produce je?
- aanvoegende wijs van producen
- Wie het misprijzen der cultuurbonzen wil wekken, produce louter uitverkochte voorstellingen.
- Het woord produce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
produce
produce
vervoeging van |
---|
producir |
produce