procrustesbed
- pro·crus·tes·bed
- samenstelling van Procrustes zn en bed zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | procrustesbed | procrustesbedden |
verkleinwoord |
het procrustesbed o
- het zich bevinden in een pijnlijke of onmachtige positie
- ▸ Ik verliet mijn procrustesbed op Duivelseiland, en trok aan de Leidsegracht weer bij Mirjam en Tonio in - al moest ik voorlopig genoegen nemen met de huiskamerbank.[3]
- ▸ Wills geeft vervolgens een nogal psychologiserende beschrijving van Augustinus. Zijn verdrongen seksuele obsessie levert zinnetjes op als „Er zat een prestatiegericht element in deze ascetische breuk met het ”lagere leven”.” Verworvenheden van de psychologie hebben natuurlijk hun functie. Toch heb ik er moeite mee om allerlei psychologische dogma’s over personen in het verleden te leggen. In een dergelijk Procrustesbed is het slecht toeven.[4]
- Het woord procrustesbed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ procrustesbed op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron Richard Toes“Schurkpaal en stapsteen” (19 juni 2002), Reformatorisch Dagblad