processueel
- Geluid: processueel (hulp, bestand)
- pro·ces·su·eel
- In de betekenis van ‘m.b.t. het rechtsgeding in kwestie’ voor het eerst aangetroffen in 1871 [1]
- afgeleid van proces met het achtervoegsel -eel [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | processueel | processueler | processueelst |
verbogen | processuele | processuelere | processueelste |
partitief | processueels | processuelers | - |
processueel [3]
- betrekking hebbend op een proces (rechtsgeding)
- Het woord processueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "processueel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ processueel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).