Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·bleem·la·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord probleemlabel probleemlabels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

probleemlabel m/o

  1. een diagnose die men op iemand plakt die moeilijkheden heeft of veroorzaakt
    • Vooral de leerlinggebonden financiering, het geld dat in 'rugzakjes'aan kinderen werd gekoppeld voor extra begeleiding, is een prikkel gebleken om ruimhartig kinderen van een probleemlabel te voorzien.[1] 
    • Discussie over het groeiende aantal kinderen met een ‘probleemlabel’: ADHD, ADD, PDD-NOS, autisme, dyslexie, dyscalculie. Krijgen kinderen die we vroeger druk, verlegen of niet zo slim noemden tegenwoordig ten onrechte het stempel ábnormaal‘?[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen