• pri·vé·zie·ken·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord privéziekenhuis privéziekenhuizen
verkleinwoord privéziekenhuisje privéziekenhuisjes

het privéziekenhuiso

  1. een particulier ziekenhuis; ziekenhuis voor particuliere patiënten; ziekenhuis met winstoogmerk
     Jeroen Venema (31) en Michou de Graaf (28) maakten na hun huwelijk een droomreis langs witte stranden. Maar na een excursie naar het 'bounty-eiland' Saona ruim een week geleden werd het pasgetrouwde koppel doodziek. Terug in het luxe resort Punta Cana moesten ze midden in de nacht worden overgebracht naar een privéziekenhuis. Daar overleden ze.[1]
     In totaal overleden al 24 kinderen aan het ‘acute encefalitis-syndroom’, een hersenontsteking, in het universitair ziekenhuis Sri Krishna. Zeven anderen stierven in een privéziekenhuis. Nog circa veertig kinderen met gelijkaardige symptomen worden op dit moment behandeld.[2]
  1.   Weblink bron “Doodsoorzaak van stel op huwelijksreis blijft geheim” (10-01-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron “Het eten van lychees kost dertig kinderen in India het leven” (13-06-2019), Tubantia