privévermogen
- pri·vé·ver·mo·gen
- samenstelling van privé bn en vermogen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privévermogen | privévermogens |
verkleinwoord |
het privévermogen o
- (economie) de financiële middelen die persoonlijk eigendom van iemand zijn
- Het woord privévermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Rutte verdedigt loonsverhoging en belastingontheffing Oranjes” (14-10-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “VS: waar is Europa in godsnaam mee bezig?” (09-07-2015), NOS