Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pri·vé·mail
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privémail privémails
verkleinwoord privémailtje privémailtjes

Zelfstandig naamwoord

de privémailm

  1. een emaildienst die voor persoonlijk gebruik is en dus niet voor zakelijk gebruik
    • Kamp zelf denkt niet dat hij staatsgeheime informatie in zijn privémail had. Toch laat hij dit onderzoeken door de Auditdienst Rijk (ADR). Die gaat kijken of er vertrouwelijke of staatsgeheime documenten in Kamps e-mail zaten. [1] 
    • Patricia Smith en Charles Woods verwijten Clinton onder meer dat het gebruik van privémail voor deels vertrouwelijke documenten door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken de terroristische aanslag direct heeft veroorzaakt. [2] 
    • Jared Kushner, de schoonzoon en een van de belangrijkste adviseurs van president Donald Trump, heeft eind vorig jaar privémail gebruikt om politieke kwesties te bespreken of door te sturen naar hoge Witte Huis-medewerkers of adviseurs van buiten. Dat meldt de Amerikaanse politieke nieuwssite Politico. [3] 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen