privémailadres
- pri·vé·mail·adres
- samenstelling van privé bn en mailadres zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privémailadres | privémailadressen |
verkleinwoord |
het privémailadres o
- het persoonlijke, niet professionele e-mailadres; e-mailadres dat men gebruikt voor mailtjes in de huiselijke sfeer
- ▸ Clinton kwam onder vuur te liggen omdat ze zakelijke mailtjes had verstuurd via een privémailadres. Dat mag alleen als die mails worden opgeslagen op overheidscomputers. Clinton overhandigde eind 2014 ongeveer 50.000 e-mails aan het ministerie. Doordat ze een privéadres gebruikte, bleven veel van de mails buiten het zicht van het Congres en haar collega's.[1]
- ▸ Minister Henk Kamp van Economische Zaken erkent dat hij fout is geweest met het gebruik van zijn privémailadres voor zijn werk. Het was niet de aangewezen werkwijze, zo schrijft hij vandaag aan de Tweede Kamer.[2]
- Het woord privémailadres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “FBI ondervraagt Hillary Clinton over e-mails” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Minister Kamp erkent fout na gebruik privémail voor werk” (10-01-2017), Tubantia