privégesprek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  privégesprek    (hulp, bestand)
• IPA: / priˈveɣəˌsprɛk / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• pri·vé·ge·sprek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  gesprek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	privégesprek	privégesprekken
verkleinwoord	privégesprekje	privégesprekjes

Zelfstandig naamwoord

het privégesprek o

1. vertrouwelijke gedachtewisseling tussen mensen waarin geen officiële boodschap wordt overgebracht

   ▸ De ondervragers beginnen met een vervelende mededeling: haar telefoon is afgetapt. Maandenlang is er – met tussenpozen – meegeluisterd met haar privégesprekken.

   ▸ CDHVDS schrok toen bekend werd dat een account dat hij fanatiek volgde ontmaskerd werd als Russische trol, vertelt hij in een privégesprek op Twitter.

   ▸ Nu u dit leest vraagt u zich wellicht enigszins sarcastisch af of Graaf Rostof - naar eigen zeggen een man van fatsoen - zichzelf toestond zo nu en dan iets op te vangen van de privégesprekjes rond de tafel?

Gangbaarheid

• Het woord privégesprek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.