Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pri·ma·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord primatoloog primatologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de primatoloogm

  1. (beroep) deskundige op het gebied van de primaten

Meer informatie

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be