pressing

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pressing    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈprɛsɪŋ / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pres·sing

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  pressen ww  met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pressing	pressingen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de pressing v

1. (sport) aanhoudende aanval om tegenstanders onder druk te zetten

   ▸ Links in de verdediging moet hij een grote zone bestrijken en heeft daar moeite met de pressing van Huddersfield Town, waardoor hij aanspeelpunten mist en vaak gedwongen is tot terugspeelballen op doelman Wayne Hennessey, wat hem het recordaantal uitfluitingen van de toeschouwers oplevert.

   ▸ Onze tweede helft was gelukkig merkelijk beter. Jong Lede kwam toen haast nooit meer op onze helft. Die pressing moeten we straks al van in het begin voeren

2. uitgeoefende druk

   ▸ Het is opmerkelijk dat Witsen natuurkundige zaken mathematisch wist te formuleren en daarmee tot resultaten kwam. Hij gebruikte heel terecht het begrip ‘alzijdige pressing’ (druk of kracht per oppervlakte-eenheid) in plaats van ‘kracht’.

   ▸ Het rijke, met de hand geschepte papier, dat hij vooraf oordeelkundig de juiste vochtigheidsgraad gaf, legt hij behoedzaam op de plaat. Zelfs de druk regelt hij met de handen. Het is zijn geoefend oog, zijn gevoelige hand die uitmaken zullen of de inkt dik genoeg, het papier vochtig genoeg en de pressing voldoende zullen zijn.

Typische woordcombinaties

• [1] pressing voeren
  (sport) in de aanval gaan

Gangbaarheid

• Het woord pressing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal:

        5

• frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal:

        3

Engels

Werkwoord

pressing

1. onvoltooid deelwoord van press

Zelfstandig naamwoord

pressing

1. gerundium van press