presidiaal
- Geluid: presidiaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˌprezidiˈjal / (4 lettergrepen)
- pre·si·di·aal
- via Middelfrans presidial van Latijn praesidialis [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | presidiaal | presidialer | presidiaalst |
verbogen | presidiale | presidialere | presidiaalste |
partitief | presidiaals | presidialers | - |
presidiaal
- van of met betrekking tot een voorzitter
- ▸ Antoine en Victor deden al hun best om een gevecht te verhoeden, en ook Van Weerdt trachtte zijn presidiaal gezag te handhaven.[3]
- (politiek) van of met betrekking tot een regeringsleider
- ▸ Het gezag wordt zodoende in één persoon gesitueerd, waardoor het zichtbaarder wordt en echte binding tussen regering en geregeerden mogelijk maakt. En het bevordert, dat het gezag boven regionale- en groepsbelangen staat. Tegenover dit presidiaal gezag zal het parlement een eigen plaats vinden en een belangrijk tegenwicht kunnen bieden.[4]
- Het woord presidiaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ presidiaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Jong Holland.”, 2e druk (1983), Querido, Amsterdam, ISBN 9021495775, p. 126
- ↑ Weblink bron J. van der HoevenGallische democratie in: Tirade., 77 jrg. 7 nrs. 5 (mei 1963), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 346