Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·fa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prefatie prefaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de prefatiev

  1. (religie) inleiding van het eucharistisch gebed in de Heilige Mis
Vertalingen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen