predatie
- pre·da·tie
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | predatie | |
verkleinwoord |
de predatie v
- het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier
- ▸ Ook in de afgelopen twee jaar had het paartje kraanvogels een nest in het afgesloten en meest kwetsbare deel van het veengebied. Helaas zijn de jongen toen door predatie omgekomen.[1]
- ▸ Met stijgende verbazing las ik vorige week in Het Parool over de bovenmatige predatie (opvreten) van weidevogels door mantelmeeuwen in Landelijk Noord.[2]
1. het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier
- Het woord predatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "predatie" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Peter Zandee“Voor eerst in 100 jaar vliegen weer jonge kraanvogels uit in Korenburgerveen bij Winterswijk” (21-06-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Roy Montijn“'Stadsecoloog, ga in gesprek met de boeren'” (21 augustus 2016), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be