praktijkfolder
- prak·tijk·fol·der
- samenstelling van praktijk en folder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | praktijkfolder | praktijkfolders |
verkleinwoord | praktijkfoldertje | praktijkfoldertjes |
de praktijkfolder m
- een gevouwen uitgave waarin praktische informatie staat voor de patiënt van een (huisartsen)praktijk.
- Iedere huisartspraktijk heeft een praktijkfolder.
- Veel fysiotherapeuten hebben een praktijkfolder.
- Het woord 'praktijkfolder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.