postdoos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- post·doos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post zn en doos zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postdoos | postdozen |
verkleinwoord | postdoosje | postdoosjes |
Zelfstandig naamwoord
- doos waarin men post kan doen
- ▸ Bij de ingang Avonturijn Borculo aan de Gr.Wichmanstraat 24 staat een postdoos waarin ‘liefs & creatiefs’ kan worden gedeponeerd. De kaarten, brieven, gedichtjes en tekeningen worden door de initiatiefnemers bezorgd.[1]
- een doos die men met de (pakket)post kan versturen
- ▸ Al dat eten stuurde ik vervolgens in zeven verschillende postdozen naar mezelf vooruit, omdat de trail alleen maar door de wildernis trok en de voedselprijzen erg hoog waren in de gehuchten waar ik af en toe langs zou komen.[2]
- ▸ Daar verdeelde ik de volgende paar uur ontelbare zojuist gekochte producten in grote postdozen.[2]
Synoniemen
- [2] postpakket
Gangbaarheid
- Het woord 'postdoos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter Zandee“‘Postdoos’ bij Avonturijn voor brieven en kaartjes voor ouderen in Borculo” (23-03-2020), Tubantia
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers